Killer T cellen die specifiek een kankercel herkennen, kunnen deze effectief doden. Van dit principe wordt gebruik gemaakt bij CAR T cel therapie. Eerst worden de T cellen van de patiënt geïsoleerd. Het probleem is dat T cellen een hele specifieke sleutel - slot interactie nodig hebben om geactiveerd te raken. Een paar van de geïsoleerde T cellen zullen de kankercel misschien wel herkennen, maar de meeste niet en zijn bijvoorbeeld gericht tegen het griep virus of salmonella. Daarom worden de geïsoleerde T cellen in het laboratorium genetisch gemodificeerd en wordt er een specifiek herkenningsmolecuul voor de kankercellen in de T cellen gezet. Vervolgens worden de T cellen (die nu CAR T cellen worden genoemd) in het laboratorium vermenigvuldigd en terug ingespoten bij de patiënt. De CAR T cellen kunnen nu op zoek gaan naar de kankercellen en deze doden.

Op dit moment worden er veel klinische studies gedaan om te bepalen bij welke typen kanker behandeling met CAR T cellen effectief is.